Geringelde smalboktor - Rutpela maculata

(Poda von Neuhaus, 1761)

Black and yellow longhorn beetle (UK), Gefleckter Schmalbock (DE)


Status in NL

Voor 1980: Algemeen, vanaf 1980: Algemeen (TEUNISSEN, 2009)
Waarneming.nl: Algemeen (december 2021)

Tekst & Foto's: R. Gereads 2021/01-vs1

Herkenning
De Geringelde smalboktor is een middelgrote tot grote (13-20 mm) boktor zonder zijdoorn op het borststuk. De kop en het borststuk zijn zwart, de poten zijn meestal geel tot oranje met deels zwarte dijen aan de achterpoten. De sprieten zijn geeloranje met zwart geblokt, waar de soort de naam aan dankt. De dekschilden zijn geel tot oranje met zwarte vlekken en banden. De vrouwtjes hebben in vergelijking met de mannetjes een forser postuur en naar verhouding kortere sprieten. Daarnaast hebben de mannetjes twee grote tanden aan de binnenkant van de schenen van de achterpoten die bij de vrouwtjes ontbreken.

Geringelde smalboktor - Leptura maculata -man (R. Geraeds)
Geringelde smalboktor - Leptura maculata -vrouw (R. Geraeds)

Gelijkende soorten

Geringelde smalboktorren kunnen verward worden met andere smalboktorren met een vergelijkbaar postuur en geelzwarte dekschilden. Het is echter de enige soort met geel-zwart geblokte (geringelde) sprieten, waardoor ze gemakkelijk te onderscheiden zijn van de Gevlekte smalboktor (Leptura quadrifasciata), Slanke smalboktor (Strangalia attenuata) en de uiterst zeldzame Leptura aurulenta

Kenmerken Geringelde smalboktor (R. Geraeds)

Geringelde smalboktorren hebben gele dekschilden met zwarte banden en vlekken, geblokte sprieten (1) en tweekleurige poten (2).

Onderscheid man en vrouw Gerimpelde smalboktor (R. Geraeds)

Mannetjes van de Geringelde smalboktor hebben twee tanden (1) aan de binnenkant van de schenen van de achterpoten, die bij de vrouwtjes ontbreken (2).

Onderscheid Geringelde, Slanke en Gevlekte smalboktor (R. Geraeds)

De Geringelde smalboktor (1) heeft geblokte sprieten, in tegenstelling tot de Slanke smalboktor (2) en de Gevlekte smalboktor (3 + 4).

Habitat, waard- en voedselplanten
De Geringelde smalboktor is een algemene soort die in een groot aantal type terreinen zoals loof- en gemengde bossen, bosranden, houtingels, struweelhagen en boomgaarden kan worden aangetroffen. Waardplanten bestaan uit een groot aantal soorten loofbomen en struiken, vooral els (Alnus sp.), berk (Betula sp.), Haagbeuk (Carpinus betulus), Hazelaar (Corylus avellana), meidoorn (Crataegus sp.), Brem (Cytisus scoparius), Wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus), Beuk (Fagus sylvatica), es (Fraxinus sp.), populier (Populus sp.), eik (Quercus sp.), wilg (Salix sp.), vlier (Sambucus sp.) en Tamme kastanje (Castanea sativa). Ook is de ontwikkeling bekend van zilverspar (Abies sp.), spar (Picea sp.) en den (Pinus sp.) (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).
De imago’s van de Geringelde smalboktorren eten stuifmeel en/of nectar en zijn veelvuldig op bloemen van kruiden en struiken te vinden. 

De voorkeur lijkt uit te gaan naar verschillende soorten schermbloemen (Apiaceae), composieten (Asteraceae) en braam (Rubus sp.) (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).

Biotoop van de Geringelde smalboktor, bosrand met bloeiende kruiden en braam. (R. Geraeds)

Levenswijze
De larven van de soort ontwikkelen zich in dode, vaak door witrot aangetaste takken, dunne stammen en stobben. Vaak worden op de grond liggende vochtige takken gebruikt. De larven vreten gangen in het spinthout, soms tot in het kernhout. De verpopping vindt in het voorjaar plaats in de buitenste langen van het spinthout. 

De gehele ontwikkeling van de larven duurt twee of drie jaar (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).  De imago’s zijn overdag actief en vliegen veel. Ze foerageren veelvuldig op bloeiende kruiden en struiken en zijn dan ook vaak op bloemen te vinden (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).

Vliegtijd & Methode
Geringelde smalboktorren worden vanaf eind april tot september waargenomen. Een duidelijk piek in de waarnemingen ligt in juni. De uiterste eigen waarnemingen stammen van 29 april (2011) en 12 augustus (2015).

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

+


Bloeiende kruiden en struiken

+++

Klopscherm


+

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight

-

Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen
Geringelde smalboktorren kunnen vooral gevonden worden op bloeiende bloeiende struiken en kruiden. Hier zijn de kevers veel aanwezig en vliegen veel tussen verschillende bloemen. Het overgrote deel van de waarnemingen is afkomstig van braambloemen. Daarnaast zijn foeragerende kevers aangetroffen op bloesem van onder andere meidoorn, Gewone vlier (Sambucus nigra), Sporkehout (Rhamnus frangula), Rode kornoelje (Cornus sanguinea), Wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia) en Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina). Een deel van deze waarnemingen is met behulp van het klopscherm gedaan. Van de kruiden worden vooral verschillende soorten schermbloemen bezocht. Ook worden Duizendblad (Achillea millefolium), Gewone margriet (Leucanthemum vulgare), Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea), Echte kamille (Matricaria chamomilla) en Akkerdistel (Cirsium arvense) regelmatig bezocht. Op de bloemen vinden geregeld paringen plaats, die lang kunnen duren. Ondanks dat het een algemene soort is, zijn slechts incidenteel eileggende vrouwtjes waargenomen. De eitjes werden solitair afgezet op de stam van een dode, geringde Amerikaanse eik (Quercus rubra) en op dode takken van verder vitale Zomereiken (Quercus robus). Op stapels gezaagd hout is de soort nooit gevonden (GERAEDS, 2021b).

Geringelde smalboktor - Leptura maculata -copula (R. Geraeds)