Korte smalboktor - Pachytodes cerambyciformis (Schrank, 1781)

Speckled longhorn beetle (UK), Breiter Halsbock (DE).


Status in NL

Voor 1980: Vrij algemeen, vanaf 1980: Vrij algemeen (TEUNISSEN, 2009)

Waarneming.nl: Vrij algemeen (december 2021)

Tekst & foto's: R. Geraeds 2022/01-vs1

Herkenning

De Korte smalboktor is een kleine tot middelgrote (7 tot 12 mm) boktor zonder zijdoorn op het borststuk en een opvallend gedrongen postuur. De kop en het borststuk zijn zwart, klokvormig met een lichte, gele beharing. De dekschilden zijn (bleek) geel met zwarte vlekken. De uiteinden van de dekschilden zijn zwart. De sprieten en poten zijn vrijwel geheel zwart, maar lijken vaak lichter vanwege de lichte beharing. De vrouwtjes hebben een forser postuur en naar verhouding kortere sprieten.

Korte smalboktor - Pachytodes cerambyciformis - man (R. Geraeds)
Korte smalboktor - Pachytodes cerambyciformis - vrouw (R. Geraeds)

Gelijkende soorten

Door het gedrongen postuur is de Korte smalboktor direct herkenbaar ten opzichte van de andere soorten smalboktorren met geel met zwarte dekschilden. In het buitenland is verwarring mogelijk met Judolia sexmaculata.


De Korte smalboktor heeft een gedrongen postuur en gele dekschilden met zwarte vlekken. Het uiteinde van de dekschilden is zwart (1). De poten zijn overwegend zwart (2). Het borstschild is zwart met lichte, gele beharing (3).

Herkenningspunten Korte smalboktor (R. Geraeds)

Habitat, waard- en voedselplanten

De Korte smalboktor is een soort van bos(randen), houtsingels, struweelhagen en dergelijke. De soort gebruikt zowel loof- en naaldhout als waardplanten, waaronder zilverspar (Abies sp.), Paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), els (Alnus sp.), berk (Betula sp.), Haagbeuk (Carpinus betulus), Tamme kastanje (Castanea sativa), en eik (Quercus sp.) (BÍLÝ & MEHL, 1989; TEUNISSEN, 2009; KLAUSNITZER et al., 2016b). De imago’s eten stuifmeel en/of nectar van verschillende soorten schermbloemigen (Apiaceae), spirea (Spirea sp.), braam (Rubus sp.), Wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia), Zilverlinde (Tilia tomentosa) (BÍLÝ & MEHL, 1989; TEUNISSEN, 2009; KLAUSNITZER et al., 2016b).

Korte smalboktorren worden vaak op bloeiende braam aangetroffen. (R. Geraeds)

Levenswijze

De larven leven vooral in de wortels van de waardbomen, maar kunnen ook stamdelen bevolken. Ze gebruiken vaak omgewaaide bomen. De larven knagen circa 30 cm lange gangen in de wortels, waardoor deze worden uitgehold. Waarschijnlijk kunnen de larven zich door de bodem verplaatsen om andere wortels op te zoeken. De verpopping vindt in de bodem plaats, tot op zo’n 10 cm afstand van het broedhout.

Wanneer de larven in het stamhout aanwezig zijn, vreten ze eerst gangen onder de schors en gaan ze daarna het hout in, waar ze zich uiteindelijk ook verpoppen.De verpopping vindt in het voorjaar plaats en de totale ontwikkeling van de larven duurt twee jaar (EHNSTRÖM & HOLMER, 2007).

De imago’s zijn overdag te vinden en vliegen veel. Ze eten nectar en/of stuifmeel en zijn veel op bloemen van struiken en kruiden te vinden (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).

Vliegtijd & Methode
Korte smalboktorren worden vooral vanaf april tot augustus waargenomen. De piek in de waarnemingen ligt in juni. De uiterste eigen waarnemingen stammen van 9 april (2020) en 9 juli (2016).

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

+


Bloeiende kruiden en struiken

+++

Klopscherm


+

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight

-

Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen

Korte smalboktorren zijn vooral te vinden op bloeiende kruiden en struiken. Ze zijn erg beweeglijke en vliegen veel. Het overgrote deel van de waarnemingen is afkomstig van braambloesem. Incidentele waarnemingen zijn afkomstig van bloemen van Gewone vlier (Sambucus nigra), Sporkehout (Rhamnus frangula) en Rode kornoelje (Cornus sanguinea). Op bloeiende kruiden zijn foeragerende Korte smalboktorren vooral op Dolle kervel (Chaerophyllum temulum) gevonden, maar ook op Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris), Zevenblad (Aegopodium podagraria) en Gewone berenklauw (Heracleum sphondylium), Wilde peen (Daucus carota), Duizenblad (Achillea millefolium), Akkerdistel (Cirsium arvense) en Speerdistel (Cirsium vulgare). Op de bloemen worden regelmatig dieren in copula gevonden. Deze paringen kunnen lang duren.

Incidenteel is de soort gevonden op stapels gezaagd loofhout (GERAEDS, 2021b).

Korte smalboktor - Pachytodes cerambyciformis - copula (R. Geraeds)