Getailleerde boktor Stenopterus rufus

(Linnaeus, 1767)

? (UK), Braunrötlicher Spitzdeckenbock (DE)


Status in NL

Voor 1980: Algemeen, vanaf 1980: Vrij algemeen TEUNISSEN (2009)

Waarneming.nl: Vrij algemeen (april 2024)

Tekst: R. Geraeds 2021/12_vs1

Herkenning

De Getailleerde boktor is een middelgrote (7-16 mm), boktor zonder zijdoorn op het borststuk. Het borststuk is zwart met vier witte tot gele vlekken, twee aan de voorrand en twee aan de achterrand. De dekschilden zijn bruinrood en zijn naar achter toe sterk versmald, waar de soort de naam aan dankt. De dekschilden zijn ook iets korter dan het achterlijf, waardoor altijd delen van de vleugels zichtbaar zijn. Op de zijkant van het achterlijf bevinden zich vlekken van witte tot gele beharing. De poten zijn overwegend rood tot bruin en hebben verdikte dijen. Aan de eerste twee paar poten zijn deze verdikkingen donker (zwart) gekleurd. De sprieten zijn bruin en aan de basis vaak (donker) geblokt.

De vrouwtjes zijn gemiddeld iets groter en hebben een forser postuur, maar het verschil tussen de beide seksen is in het veld moeilijk te onderscheiden.

Getailleerde boktor - Stenopterus rufus (E. van Asseldonk)

Gelijkende soorten

De Getailleerde boktor gemakkelijk herkenbaar aan de versmalde dekschilden die niet het gehele achterlichaam bedekken en de verdikte dijen. De Slanke schouderboktor (Stenocorus meridianus) en Stenocorus quercus hebben ook enigszins versmalde dekschilden, maar deze bedekken het gehele achterlijf. Daarnaast zijn deze soorten groter, hebben ze een duidelijk zijdoorn op het borststuk en hebben ze geen verdikte dijen.

Herkenningspunten Getailleerde boktor. (R. Geraeds)

Getailleerde boktorren hebben versmalde dekschilden die niet het gehele achterlijf bedekken (1). Op het zwarte borststuk bevinden zich vier witte tot gele vlekken (2). De poten hebben verdikte dijen (3), die op de eerste twee paar poten donker gekleurd zijn. De eerste sprietleden zijn vaak geblokt (4).

Herkenning getailleerde boktor, let op lengte dekschilden. Op foto Slanke schouderboktor. (R. Geraeds)

De Slanke schouderboktor (foto) en Stenocorus quercus hebben ook versmalde dekschilden, maar die bedekken het volledige achterlijf, waardoor de vleugels niet zichtbaar zijn (1).

Habitat, waard- en voedselplanten

Getailleerde boktorren kunnen in een groot aantal biotopen zoals bosranden, boomgaarden, houtsingels, bermen en tuinen worden aangetroffen. Het is een algemene soorten die een groot aantal soorten loofbomen en struiken als waardplant kan gebruiken. De ontwikkeling is onder andere bekend van verschillende soorten eiken (Quercus sp.), kersen (Prunus sp.), wilgen (Salix sp.), iepen (Ulmus sp.) (KLAUSNITZER et al., 2016b).

De imago’s eten stuifmeel van verschillende soorten schermbloemigen (Apiaceae) en witbloemige composieten (Asteraceae) (KLAUSNITZER et al., 2016b).

   Getailleerde boktorren zijn vaak in bermen met Duizendblad te vinden (R. Geraeds)

Levenswijze

Over de levenswijze van Getailleerde boktorren is weinig bekend. De larven leven in dode, droge takken en twijgen, ook in ontschorste takken. De verpopping vindt in het voorjaar in het hout plaats. De larvale ontwikkeling duurt twee jaar. De imago’s zijn overdag actief en verblijven veel op bloeiende kruiden (KLAUSNITZER et al., 2016b; VITALI, 2018).

Vliegtijd & Methode
Getailleerde boktorren worden vanaf mei tot september waargenomen. De meeste waarnemingen komen uit de juni. De uiterste eigen waarnemingen stammen van 21 mei (2018) en 9 augustus (2014).

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

-


Bloeiende kruiden en struiken

+++

Klopscherm


-

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight


Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen 

Getailleerde boktorren zijn eenvoudig op zicht te inventariseren door foeragerende dieren bloemen te zoeken. Het overgrote deel van de waarnemingen is afkomstig van Duizendblad (Achillea millefolium) en Margriet (Leucanthemum vulgare). Daarnaast is de soort gevonden op bloemen van enkele soorten schermbloemen, op Echte kamille (Matricaria chamomilla), Reukloze kamille (Tripleurospermum maritimum), Moerasspirea (Filipendula ulmaria), Knoopkruid (Centaurea jacea) en Akkerdistel (Cirsium arvense). Op de bloemen worden ook regelmatig dieren in amplex of copula aangetroffen. Waarnemingen van eileggende vrouwtjes zijn enkel gedaan op droog, gekliefd kachelhout; Ruwe berk (Betula pendula) en Zoete kers (Prunus avium). De eitjes werden door solitaire vrouwtjes op de bast afgezet. Op stapels vers gekapt hout is de soort nooit gevonden (GERAEDS, 2021b). 

Opvallend is dat Getailleerde boktorren nooit op bloemen van struiken of bomen zijn gevonden. Ook is de soort nog nooit met behulp van het klopscherm gevangen.

   Copula Getailleerde boktor. Duidelijk zichtbaar zijn de gele vlekken op het achterlijf. (R. Geraeds)