Naald-kortschildboktor Molorchus minor (Linnaeus, 1758)

Spruce shortwing beetle (UK), Weisslinierter Kurzdeckenbock (DE)


Status in NL

Voor 1980: Vrij algemeen, vanaf 1980: Vrij algemeen (TEUNISSEN (2009)

Waarneming.nl: Vrij algemeen (april 2024)

Tekst: R. Geraeds 2021/12_vs1

Herkenning

De Naald-kortschildboktor is een middelgrote (6-16 mm) boktor zonder zijdoorn op het borststuk. De kop en het borststuk zijn zwart. Het meest opvallende kenmerk zijn de korte, roodbruine dekschilden die ongeveer de helft van het achterlijf bedekken. Op de dekschilden bevindt zich een opvallende, scherp begrensde witte streep. De poten zijn bruin en de uiteinden van de dijen zijn duidelijk verdikt. De mannetjes zijn herkenbaar aan de langere sprieten dan de vrouwtjes.

   Naald-kortschildboktor - Molorchus minor - man (R. Geraeds)
   Naald-kortschildboktor - Molorchus minor - vrouw (R. Geraeds)

Gelijkende soorten

De Naald-kortschildboktor lijkt sterk op de veel zeldzamere Loof-kortschildboktor (Glaphyra umbellatarum). Deze soort is gemiddeld iets kleiner en heeft nooit een duidelijke, scherp begrensde witte streep op de dekschilden. Hier kan zich soms wel een lichtere, vaag begrensde vlek bevinden.

De Manden-kortschildboktor (Nathrius brevipennis) en de Houtwespboktor (Necydalis major) hebben eveneens verkorte dekschilden waardoor verwarring mogelijk is. Bij beide soorten ontbreekt de witte streep op de dekschilden. De dekschilden van de Manden-kortschildboktor zijn langer; ze bedekken meer dan de helft van het achterlijf. Deze soort is in de vorige eeuw enkele keren in Nederland waargenomen waarbij het steeds om versleepte exemplaren ging (TEUNISSEN, 2009). De kans op verwarring met deze soort is daarom zeer klein. De Houtwespboktor is beduidend groter (tot 3 cm) en de dekschilden bedekken duidelijk minder dan de helft van het achterlijf, zodat verwarring onwaarschijnlijk is.

erkenningspunten Naald-kortschildboktor. (R. Geraeds)

Kortschildboktorren hebben verdikte dijen (1) en verkorte dekschilden die ongeveer de helft van het achterlijf bedekken (2). De Naald-kortschildboktor heeft duidelijke witte vlekken op de dekschilden (3), in tegenstelling tot de Loof-kortschildboktor.

Habitat, waard- en voedselplanten

De Naald-kortschildboktor wordt vooral in naald- en gemengde bossen aangetroffen. Hier wordt de soort vooral langs bosranden en paden aangetroffen. De broedbomen bestaan uit verschillende soorten naaldbomen zoals den (Pinus sp.), zilverspar (Abies sp.), lork (Larix sp.) en Douglasspar (Pseudotsuga menziesii). De voorkeur gaat uit naar Fijnspar (Picea abies). In uitzonderlijke gevallen worden ook berken (Betula sp.) als broedboom gebruikt.


De kevers eten stuifmeel en/of nectar en worden vaak op bloemen van kruiden en struiken van onder andere Wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia), Vogelkers (Prunus padus), Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina), meidoorn (Crataegus sp.), kornoelje (Cornus sp.), spirea (Spiraea sp.) en schermbloemigen (Apiaceae) aangetroffen (KLAUSNITZER et al., 2016b).

Naald-kortschildboktorren zijn vaak te vinden op bloeiende Wilde lijsterbes in de omgeving van naaldbos (R. Geraeds)

Naald-kortschildboktorren zijn vaak te vinden op bloeiende Wilde lijsterbes in de omgeving van naaldbos.

Levenswijze

De larven van de Naald-kortschildboktor leven onder en in de schors van dode twijgen en takken, vooral in boomkronen. Ze worden ook in takkenhopen van snoeihout gevonden, mits de bast nog om de takken zit. De larven knagen smalle gangen die plaatsen verbreed zijn en die zijn gevuld met boormeel. De verpopping vindt in het najaar plaats in een poppenwieg die in het hout wordt geknaagd. Hierin overwinteren de kevers om zich in het voorjaar een weg naar buiten te knagen. De ontwikkeling van de larven duurt in de regel twee jaar (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).

De imago’s zijn overdag actief en zijn vooral te vinden op bloemen van struiken en kruiden waar ze foerageren.

Vliegtijd & Methode

Naald-kortschildboktorren verschijnen vanaf eind maart en kunnen tot in juli worden waargenomen. De meeste waarnemingen komen uit de mei. De uiterste eigen waarnemingen stammen van 21 april en 11 juni, beide in 2019.


J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

+


Bloeiende kruiden en struiken

+++

Klopscherm


+++

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight


Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen

 Naald-kortschildboktorren zijn gemakkelijk op zicht of met het klopscherm te inventariseren. Het meest kansrijk blijkt het afzoeken of afkloppen van bloeiende Wilde lijsterbes in randen van naald- of gemengd bos. Uit bloeiende meidoorn, Vogelkers en Amerikaanse vogelkers is de soort ook regelmatig geklopt. Incidenteel is de soort geklopt uit Grove den (Pinus sylvestris), Fijnspar en Zomereik (Quercus robur). 

Op bloeiende kruiden is de soort vooral op Dolle kervel (Chaerophullum temulum) gevonden. Incidenteel zijn exemplaren ook gevonden op stapels gezaagde stammen van Grove den (GERAEDS, 2021b). De Naald-kortschildboktorren komen ook op licht.