Bonte borstelboktor Pogonocherus hispidulus (Piller & Mitterpacher, 1783)

Greater thorn-tipped longhorn beetle (UK), Doppeldorniger Wipfelbock (DE)


Status in NL

Voor 1980: Zeer zeldzaam, vanaf 1980:  Zeldzaam (TEUNISSEN, 2009)

Waarneming.nl: Zeldzaam (april 2024)


Tekst: E. van Asseldonk, 2021/05-Vs1

Herkenning

De Bonte borstelboktor is een zeer kleine boktor (5-7 mm) met beiderzijds een zijdoorn op het borststuk. De voorhelft van de dekschilden is overwegend opvallend wit/grijs, hetgeen de soort een bonte uitstraling geeft. De achterzijde van het dekschild is donker en heeft drie of vier bundeltjes van zwarte borstelharen. De dekschilden eindigen in spitse punten aan buiten- en binnenrand. Halschild en dekschilden met lange dichte beharing. Spriet lang, geringeld met lange haren (ZEEGERS & HEIJERMAN, 2008). De vrouwtjes hebben over het algemeen een forser postuur. De beide geslachten zijn alleen te onderscheiden middels genitaal onderzoek.

Bonte borstelboktor Pogonicherus hispidulus. (D. Groenendijk)

Gelijkende soorten

Geen enkele borstelboktor is zo bont gekleurd als de Bonte borstelboktor. Bij twijfel kunnen de volgende kenmerken uitkomst bieden. Belangrijke kenmerken bevinden zich aan de randen van het dekschild. De achterrand van de dekschilden bij de Bonte borstelboktor loopt uit in een spits punt aan buiten en binnenrand. Verwarring is mogelijk met de Gewone borstelboktor (Pogonocherus hispidus), maar deze heeft alleen een spits uiteinde aan de buitenrand van het dekschild. De overige Pogonocherus soorten hebben ronde uiteinden van de dekschilden.


Bij de Zwartkruinborstelboktor (Pogonochersus fasciculatus) (A) en Behaarde borstelboktor (Pogonocherus decoratus)(B) is de achterrand van het dekschild stomp (1). Bij de Bonte borstelboktor (C) en Gewone borstelboktor (D) is de achterrand van het dekschild spits (2).


De Bonte borstelboktor (C) heeft zowel aan de buiten als binnenrand van het dekschild een spitse punt (3). De Gewone borstelboktor (D) heeft alleen een spitse punt aan de buitenrand.


Herkenningspunten borstelboktorren (e. van Asseldonk)

Habitat, waard- en voedselplanten

De Bonte borstelboktor is een soort van grotere loofbossen. Het is een polyfage soort die op veel soorten loofhout kan worden aangetroffen. Bekend zijn soorten uit de rozenfamilie (Rosa sp.) waaronder ook appel (Malus sp.). Daarnaast is de ontwikkeling bekend in Hazelaar (Corylus avellana), kardinaalsmuts (Euonymus sp.), Beuk (Fagus sylvatica), populier (Populus sp.), eik (Quercus sp.), linde (Tilia sp.) en Sneeuwbal (Viburnum lantana) (KLAUSNITZER et al., 2016b). Of de imago’s nog voedsel tot zich nemen is niet bekend.

Levenswijze

De larven van de Bonte borstelboktorren ontwikkelen zich in dunne afgestorven twijgen en takken van de broedbomen. De ontwikkeling van ei tot imago duurt ongeveer twee jaar. De overwintering vindt plaats in de poppenwieg. (KLAUSNITZER et al., 2016b).

Vliegtijd & Methode
Bonte borstelbokken kunnen worden aangetroffen in de maanden april-augustus.

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

-


Bloeiende kruiden en struiken

-

Klopscherm


++

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight


Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen

De soort is nog niet op de Meinweg waargenomen, waardoor ervaring met de soort ontbreekt. Ook soortgerichte zoekacties in de juiste tijd en diverse loofhoutsoorten hebben geen resultaat opgeleverd. De soort is in Nederland voornamelijk bekend uit de regio Nijmegen (TEUNISSEN, 2009) Waarneming.nl (geraadpleegd mei 2021) geeft verspreid over Nederland enkele waarnemingen. Naast het Rijk van Nijmegen wordt de soort ook gemeld aan de rand van de Veluwe.