(Geen NL-naam ) Gaurotes virginea

(Linnaeus, 1758)

? (UK), Blaubock (DE)


Status in NL

Onbekend, niet beschouwd in TEUNISSEN (2009)

Waarneming.nl: Zeer zeldzaam (maart 2023)

Tekst en foto's: R. Geraeds 2023-03/vs1.

Herkenning

Gaurotes virginea is een kleine tot middelgrote (9 tot 15 mm) boktor zonder echte zijdoorn, maar wel met een duidelijk knobbel op de zijkant van het borststuk. Het borststuk is klokvormig met afgeronde uiteinden. De kleur ervan is meestal rood, maar kan ook donkerblauw tot zwart zijn. De dekschilden zijn niet of nauwelijks beheerd, grof gepuncteerd en meestal groen metallic. Deze kunnen echter ook meer donkerblauw van kleur zijn. De kop, poten en sprieten zijn zwart, het achterlijf is rood. De geslachten zijn moeilijk in het veld van elkaar te onderscheiden. De mannetjes zijn herkenbaar aan de naar verhouding langere sprieten en slanker lichaam in vergelijking met de vrouwtjes.

Gaurotes virginea- man (R. Geraeds)
Gaurotes virginea- vrouw (R. Geraeds)

Gelijkende soorten

Verwarring van Gaurotes virginea ligt alleen voor de hand met de Roodblauwe smalboktor (Dinoptera collaris). De Roodblauwe smalboktor is gemiddeld iets kleiner en heeft meestal donker blauwe metallic dekschilden die fijner gepuncteerd zijn. Het borststuk van de Roodblauwe smalboktor kan eveneens meestal rood, maar kan ook zwart zijn. De Roodblauwe smalboktor heeft echter geen duidelijk knobbel aan de zijkant van het borststuk. Hier is hooguit een lichte welving zichtbaar.

Gaurotes virginea heeft een duidelijke knobbel op de zijkant van het borststuk (1) die bij de Roodbruine smalboktor ontbreekt (2). De dekschilden zijn niet of nauwelijks behaard (3) en grof gepuncteerd (5), terwijl die van de Roodbruine smalboktor sterk behaard (4) en fijn gepuncteerd (6) zijn.

Onderscheid Gaurotes virginea en Roodblauwe smalkboktor. (R. Geraeds)

Habitat, waard- en voedselplanten

Gaurotes virginea is een soort van naaldbossen, en dan vooral van sparrenbos. In Centraal-Europa bestaan de waardbomen hoofdzakelijk sparren (Picea sp.). In Scandinavië is de ontwikkeling daarnaast ook bekend van zilverspar (Abies sp.), lork (Larix sp.) en den (Pinus sp.) (KLAUSNITZER et al., 2016b). De imago’s eten nectar en stuifmeel van verschillende soorten kruiden en struiken. KLAUSNITZER et al. (2016b) melden Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris), Moesdistel (Cirsium oleraceum), kornoelje (Cornus sp.), meidoorn (Crataegus sp.), Spirea (Filipendula sp.), ooievaarsbek (Geranium sp.), Gewone berenklauw (Heracleum sphondylium), Margriet (Leucanthemum vulgare), ratelaar (Rhinanthus sp.), roos (Rosa sp.), braam (Rubus sp.) Trosvlier (Sambucus racemosa), Meelbus (Sorbus aria) en Wilde lijsterbes (Sorbes aucuparia).

Vindplaats van Gaurotes virginea in de Meinweg. (R. Geraeds)

Levenswijze

De larven leven onder de losse schors van op de grond liggende stammen die sterk zonbeschenen zijn. De eitjes worden in spleten of onder schorsschilfers afgezet aan de basis van staande of liggende bomen, takken, stobben of wortels. In eerste instantie voeden de larven zich met de buitenste schorslaag. Na verloop van tijd vreten ze zich door naar het cambium of de bast. 

Voor de tweede overwintering verlaten de larven het hout en leggen een poppenwieg aan in de bodem waarin ze winter doorbrengen en in het voorjaar verpoppen. De totale ontwikkeling duurt twee jaar. De imago’s zijn overdag actief en verblijven veel op bloeiende kruiden en struiken (EHNSTRÖM & HOLMER, 2007; KLAUSNITZER et al., 2016b).

Vliegtijd & Methode
De imago’s van Gaurotes virginea zijn vanaf mei tot augustus actief. De waarnemingen in Nederland komen uit de maanden mei en juni. De uiterste eigen waarnemingen in Nederland stammen van 1 mei (2022) en 25 juni (2013).

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

-


Bloeiende kruiden en struiken

+++

Klopscherm


-

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight

-

Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen

Gaurotes virginea is gemakkelijk te inventariseren door het afzoeken van bloeiende kruiden en struiken in de omgeving van sparrenbossen. In de Meinweg is de soort op Fluitenkruid gevonden. Op houtstapels, stobben op kapvlaktes of kachelhout is de soort nooit aangetroffen (GERAEDS, 2021b).