Grijze bloesemboktor - Grammoptera abdominalis

(Stephens, 1831)

Black grammoptera (UK), Schwarzer Blütenbock (DE)


Status in NL

Voor 1980: Zeer zeldzaam, vanaf 1980: Zeldzaam (TEUNISSEN, 2009)

Waarneming.nl: Zeldzaam (april 2021)

Tekst: R. Geraeds 2021-04/vs1

Herkenning

De Grijze bloesemboktor is een kleine (5-10 mm) zwarte boktor. Het borststuk is klokvormig, zonder zijdoorn. Het borststuk en de dekschilden zijn bezet met een korte, gele tot grijze beharing. De poten zijn overwegend zwart, maar de basis van de dijen zijn in de regel sterk contrasterend rood gekleurd. In uitzonderlijke gevallen zijn er echter ook exemplaren met geheel zwarte poten. De spriet is eenkleurig donkerbruin tot zwart. De vrouwtjes hebben een forser postuur en naar verhouding kortere sprieten dan de mannetjes.

Grijze bloesemboktor Grammoptera abdominalis, man (R. Geraeds)
   Grijze bloesemboktor Grammoptera abdominalis, vrouw (R. Geraeds)

Gelijkende soorten

Grijze bloesemboktorren zijn vooral te verwarren met de Gewone bloesemboktor (Grammoptera ruficornis). Deze soort is kleiner en is gemakkelijk te onderscheiden door de tweekleurige, geringelde sprieten. Verwarring met de Gulden bloesemboktor (Grammoptera ustulata) ligt minder voor de hand, deze soort heeft overwegend geel tot oranje poten en een dichte goudgele beharing op het borststuk en dekschilden.

De Grijze bloesemboktor (boven) heeft eenkleurige donkere sprieten (1) (R. Geraeds)
De Gewone bloesemboktor (onder) heeft tweekleurige geringelde sprieten (2)(R. Geraeds)

De Grijze bloesemboktor (boven) heeft eenkleurige donkere sprieten (1), in tegenstelling tot de Gewone bloesemboktor (onder) die tweekleurige geringelde sprieten heeft.

De Grijze bloesemboktor sterk contrastrijke tweekleurige poten (boven,1)  (R. Geraeds)
De Gewone bloesemboktor heeft minder contrastrijke tweekleurie poten (onder, 2) (R. Geraeds)

De Grijze bloesemboktor heeft tweekleurige poten (boven,1) waarvan de kleuren in vergelijking met de Gewone bloesemboktor (onder, 2) sterk contrasteren.

Habitat, waard- en voedselplanten

De Grijze bloesemboktor is een warmteminnende soort die vooral voor komt in oude, open eikenbossen en zonnig gelegen bosranden. De broedbomen bestaan vooral uit eiken (Quercus sp.), maar de ontwikkeling is ook bekend uit Tamme kastanje (Castanea sativa) en Paardenkastanje (Aesculus hippocastanum).

De imago’s bezoeken bloesem van struiken en bomen. Ze zijn vooral gemeld van meidoorn (Crataegus sp.) en Wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia). Daarnaast worden bloemen van fruitbomen, braam (Rubus sp.) en eiken bezocht (SLÁMA, 1998; KLAUSNITZER et al., 2016b).


Solitaire bloeiende Zomereik, vindplaats van de Grijze bloesemboktor (R. Geraeds)

Levenswijze

De larven van de Grijze wespenboktor ontwikkelen zich in door witrot aangetast, vermolmd hout. Ze zijn hierbij gebonden aan de Gewone schorsbreker (Vuilleminia comedens), een schimmel die vooral op eiken wordt gevonden. Als broedhout worden vooral takken met een doorsnede van 2 tot 5 cm in de boomkronen gebruikt. De verpopping vindt in het voorjaar in het spinthout plaats. De ontwikkeling van de larven duurt één of twee jaar. De imago’s verblijven vooral op takken in boomkronen en zijn daarom moeilijk waar te nemen (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).

Vliegtijd & Methode
Grijze bloesemboktorren verschijnen in de regel vanaf april en zijn tot in juli te vinden. De meeste waarnemingen komen uit mei. De uiterste eigen waarnemingen stammen van 5 april (2019) en 13 juni (2014).

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

--


Bloeiende kruiden en struiken

+

Klopscherm


+++

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight

-

Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen

Omdat de Grijze bloesemboktor een zeldzame soort is, zijn de ervaringen met deze soort ook beperkt. Alle waarnemingen zijn gedaan met behulp van het klopscherm. Vrijwel alle waarnemingen zijn afkomstig van eiken in bosranden of solitaire eiken in heide. Op het moment van de vangsten stonden deze in bloei. Na de bloei van de eiken zijn de dieren op dezelfde plekken niet meer gevangen. Mogelijk verblijven ze dan hoger in de kronen, buiten het bereik van het klopscherm. In het Annendaalsbos is de soort eenmalig geklopt van bloeiende Sporkehout (Frangula alnus) in een bosrand. Of de soort ook op de bloemen foerageerde ligt voor de hand, maar is niet met zekerheid te zeggen (GERAEDS, 2021b).