Grote zwarte smalboktor - Leptura aethiops

(Poda von Neuhaus, 1761)

? (UK), Schwarzer Halsbock (DE)


Status in NL

Voor 1980: Vrij algemeen, vanaf 1980: Minder algemeen (TEUNISSEN, 2009)

Waarneming.nl: Zeldzaam (februari 2022)

Tekst en foto's: R. Geraeds 2022/03-vs1.

Herkenning

De Grote zwarte smalboktor is een middelgrote (10 tot 15 mm) boktor zonder zijdoorn op het borststuk. Het borststuk is klokvormig en eindigt in een spitse punt. De kop, het borststuk, de dekschilden en het achterlijf zijn geheel zwart, evenals de poten en sprieten. Het borststuk en de dekschilden zijn bezet met een korte aanliggende beharing. De vrouwtjes hebben een forser postuur en naar verhouding kortere sprieten dan de mannetjes.

Grote zwarte smalboktor - Leptura aethiops (R. Geraeds)

Gelijkende soorten

De Grote zwarte smalboktor kan verward worden met enkele andere overwegend zwarte smalboktorren. De soort lijkt het meest op de Kleine zwarte smalboktor (Stenurella nigra). Deze soort is kleiner en verschild verder in het rode achterlijf. Stictoleptura scutellata is eveneens geheel zwart maar de kop, het borststuk en de dekschilden van deze soort zijn bezet met kleine putjes en het schildje is bij deze soort opvallend goudgeel tot zilverwit behaard, in tegenstelling tot de Grote zwarte smalboktor. De meest exemplaren van de Huisboktor (Hylotrupes bajulus) zijn ook overwegend zwart. Deze soort is echter gemakkelijk herkenbaar aan de kortere sprieten, het meer ronde borststuk en de vlekken van witgrijze beharing op de dekschilden.

Herkenningspunten zwartgekleurde boktorren (R. Geraeds)

De Grote zwarte smalboktor (1) en de Kleine zwarte smalboktor (2) hebben een klokvormig borststuk dat eindigt in een spitse punt (1a + 2a) en een zwart schildje (1b + 2b). Stictoleptura scutellata heeft een klokvormig borststuk dat eindigt in stompe hoeken (3a) en heeft een goudgeel of zilverwit behaard schildje (3b). De Huisboktor heeft een rond borststuk (4a), een zwart schildje (4b) en grijswit behaarde vlekken op de dekschilden (4c).

Habitat, waard- en voedselplanten
De Grote zwarte smalboktor wordt vooral aangetroffen in vochtige loofbossen, broekbossen en bosranden. De waardbomen bestaan vooral uit els (Alnus sp.). De ontwikkeling van de larven is ook bekend van berk (Betula sp.), eik (Quercus sp.), wilg (Salix sp.), Linde (Tilia sp.), Hazelaar (Corylus avellana) en Haagbeuk (Carpinus betulus). In uitzonderlijke gevallen worden ook dennen (Pinus sp.) als broedboom gebruikt (KLAUSNITZER et al., 2016b; VITALI, 2018).
De imago’s zijn overdag actief en eten stuifmeel en/of nectar van verschillende soorten schermbloemigen (Apiaceae), havikskuid (Hieracium sp.), Margriet (Leucanthemum vulgare), Duizendblad (Achillea millefolium), valeriaan (Valeriana sp.), meidoorn (Crataegus sp.), braam (Rubus sp.) en Gelderse roos (Viburnum opulus) (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).

Biotoop Grote zwarte smalboktor in het Limbrichterbos. (R. Geraeds)

Levenswijze
De larven van de Grote zwarte smalboktor ontwikkelen zich voornamelijk in takken en dunne stammen. De eitjes worden in nog staande stammen afgezet. De verpopping vind in het voorjaar in het spinthout plaats. De totale ontwikkeling van de larven duurt waarschijnlijk twee jaar.
De imago’s zijn overdag actief en zijn vaak op bloemen van kruiden en struiken te vinden (KLAUSNITZER et al., 2016b; VITALI, 2018).

Vliegtijd & Methode
Imago’s van de Grote zwarte smalboktor zijn actief vanaf mei tot in juli. Het meest wordt de soort in juni worden. De uiterste eigen waarnemingen stammen van 13 mei (2012) en 28 juni (2012).

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

-


Bloeiende kruiden en struiken

+++

Klopscherm


-

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight

-

Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen
De schaarse eigen waarnemingen van Grote zwarte smaboktorren zijn afkomstig van braambloesem en braamstruweel op kapvlaktes en in bosranden (GERAEDS, 2017). Op broedhout is de soort nooit aangetroffen.