Kleine zwarte smalboktor - Stenurella nigra (Linnaeus, 1758)


? (UK), Glänzend Schwarzer Halsbock (DE)


Status in NL

Voor 1980: Vrij algemeen, vanaf 1980: Minder algemeen (TEUNISSEN, 2009)

Waarneming.nl: Vrij algemeen (februari 2022)


Tekst en foto's: R. Geraeds. 2022/03-vs1.

Herkenning

De Kleine zwarte smalboktor is een kleine (6 tot 9 mm) boktor zonder zijdoorn op het borststuk. Het borststuk is klokvormig en eindigt in een spitse punt. De kop, borststuk, dekschilden, poten en sprieten zijn geheel zwart. De onderzijde van het achterlijf is rood, wat vanaf de zijkant meestal goed zichtbaar is. Het borststuk en de dekschilden zijn bezet met een korte aanliggende beharing. De vrouwtjes hebben een forser postuur en naar verhouding kortere sprieten dan de mannetjes. Bij de vrouwtjes is tevens een groter deel van het achterlijf rood gekleurd dan bij de mannetjes.

Kleine zwarte smalboktor - Stenurella nigra - man (R. Geraeds)
   Kleine zwarte smalboktor - Stenurella nigra - vrouw (R. Geraeds)
Onderscheid man en vrouw Kleine zwarte smalboktor op basis van  kleuring achterlijf (R. Geraeds)

De Kleine zwarte smalboktor is geheel zwart, met een rood achterlijf. Bij de vrouwtjes is het grootste deel van het achterlijf rood (1), bij de mannetjes is dit alleen bij de laatste segmenten het geval (2).

Gelijkende soorten

Kleine zwarte smalboktorren kunnen verward worden met twee andere zwarte Lepturinae, de Grote zwarte smalboktor (Leptura aethiops) en de zeer zeldzame Stictoleptura scutellata. Naast dat beide soorten groter zijn, is het achterlijf van beide soorten geheel zwart, in tegenstelling tot de Kleine zwarte smalboktor. De kop, borststuk en dekschilden van Stictoleptura scutellata zijn tevens bezet met kleine putjes en het schildje is bij deze soort opvallend goudgeel tot zilverwit behaard.

De meest exemplaren van de Huisboktor (Hylotrupes bajulus) zijn ook overwegend zwart. Deze soort is echter gemakkelijk herkenbaar aan de kortere sprieten, het meer ronde borststuk en de vlekken van witgrijze beharing op de dekschilden.

Onderscheid zwart gekleurde (smal)boktorren. (R. Geraeds)

De Kleine zwarte smalboktor (1) en de Grote zwarte smalboktor (2) hebben een klokvormig borststuk dat eindigt in een spitse punt (1a + 2a) en een zwart schildje (1b + 2b). Stictoleptura scutellata heeft een klokvormig borststuk dat eindigt in stompe hoeken (3a) en heeft een goudgeel of zilverwit behaard schildje (3b). De Huisboktor heeft een rond borststuk (4a), een zwart schildje (4b) en grijswit behaarde vlekken op de dekschilden (4c).

Habitat, waard- en voedselplanten

De Kleine zwarte smalboktor is een soort van open loofbos, bosranden, houtsingels, struweelhagen en dergelijke. De ontwikkeling van de larven is enkel van loofhout bekend. Waardbomen zijn onder andere berk (Betula sp.), Hazelaar (Corylus avellana), Sporkehout (Frangula alnus), iep (Ulmus sp.), Haagbeuk (Carpinus betulus), roos (Rosa sp.), Robinia (Robinia pseudoacacia) en eik (Quercus sp.) (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).

De imago’s eten nectar en/of stuifmeel. Ze zijn daarom veelvuldig op bloemen van kruiden en struiken te vinden. Vooral worden bloemen van schermbloemigen (Apiaceae), distel (Circium sp.), wolfsmelk (Euphorbia sp.), Moerasspirea (Filipendula ulmaria), meidoorn (Crataegus sp.), kornoelje (Cornus sp.) en braam (Rubus sp.) bezocht (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).


Kleine zwarte smalboktorren worden veel aangetroffen langs bosranden met bloeiende struiken. (R. Geraeds)
Kleine zwarte smalboktorren foerageren vaak op bloeiende schermbloemen zoals Fluitenkruid. (R. Geraeds)

Levenswijze

De larven van de Kleine zwarte smalboktor ontwikkelen zich voornamelijk in droge takken en dunne stammen die door witrotschimmels zijn aangetast. De verpopping vind in het voorjaar in het spinthout plaats. De totale ontwikkeling van de larven duurt minimaal twee jaar.

De imago’s zijn overdag actief en verblijven veel op bloemen van kruiden en struiken. Op warme dagen vliegen de dieren veel langs bosranden (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).

Vliegtijd & Methode
Kleine zwarte smalboktorren zijn vanaf eind april tot in augustus actief. De meeste waarnemingen komen uit juni. De uiterste eigen waarnemingen stammen van 29 april (2011) en 1 augustus (2015).

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

-


Bloeiende kruiden en struiken

+++

Klopscherm


++

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight

-

Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen

Kleine zwarte smalboktorren zijn gemakkelijk te inventariseren door het afzoeken van bloeiende kruiden en struiken. Waarnemingen van foeragerende imago’s zijn afkomstig van een groot aantal soorten bloeiende struiken en kruiden. De meerderheid van de waarnemingen is afkomstig van braambloesem. Daarnaast is de soort veel gevonden op meidoorn, Dolle kervel (Chaerophyllum temulum) en Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris). 

Het is vooralsnog de enige boktorsoort die met enige regelmaat op boterbloemen (Scherpe boterbloem (Rununculus acris) en Kruipende boterbloem (Rununculus repens)) wordt aangetroffen.De imago’s vliegen veel en op de bloemen vinden regelmatig paringen plaats.

Met behulp van het klopscherm is de soort ook regelmatig uit bloeiende struiken geklopt. Op stapels gezaagd (kachel)hout is de soort nooit waargenomen (GERAEDS, 2021b).