Gele wespenboktor Plagionotus detritus

(Linnaeus, 1758)

? (UK), Bunter Rinden-Widderbock (DE)


Status in NL

Voor 1980: Uiterst zeldzaam, vanaf 1980: Uiterst zeldzaam (TEUNISSEN (2009)

Waarneming.nl: Zeer zeldzaam (maart 2023)

Tekst: R. Geraeds 2021-02/vs1

Herkenning

De Gele wespenboktor is een middelgrote boktor (10-19 mm) zonder zijdoorn op het borststuk. De dekschilden zijn donker (rood)bruin (soms zwart) met banden en vlekken van gele beharing. Op het borststuk bevind zich aan de voorkant en in het midden een band met gele beharing. Op de kop is gele beharing aanwezig rond de sprieten en in een band daarachter. De poten en sprieten zijn roodbruin van kleur. De vrouwtjes hebben over het algemeen een forser postuur en hebben naar verhouding kortere sprieten dan de mannetjes.

   Gele wespenboktor - Plagionotus detritus, man (R. Geraeds)
Gele wespenboktor, - Plagionotus detritus vrouw (R. Geraeds)

Gelijkende soorten

Gele wespenboktorren zijn globaal gezien te verwarren met de andere soorten wespenboktorren met een overwegend geel-zwarte tekening: de Grote wespenboktor (Plagionotus arcuatus), Kleine wespenboktor (Clytus arietis), Eikenwespenboktor (Xylotrechus antilope) en Dwarsvlek-wespenboktor (Xylotrechus arvicola). De Gele wespenboktor is de enige soort met een geheel doorlopende band van gele beharing op het middendeel van het borststuk.



Herkenning Gele en Grote wespenboktor op basis van borststuk. (R. Geraeds)

De Gele wespenboktor (links) heeft een doorlopende middenband op het borststuk, in tegenstelling tot Grote wespenboktor (rechts).

Habitat, waard- en voedselplanten

De Gele wespenboktor is een soort van open, oude eikenbossen. De broedbomen bestaan voornamelijk uit eiken (Quercus sp.). De ontwikkeling van de larven is ook bekend van Tamme kastanje (Castanea sativa), Haagbeuk (Carpinus betulus), Beuk (Fagus sylvatica) en berken (Betula sp.) (KLAUSNITZER et al., 2016b). Of de imago’s nog voedsel tot zich nemen is niet bekend.

   De eerste Gele wespenboktor in de Meinweg is gevonden op een uitgebroken kroon van een Zomereik (R. Geraeds)

De eerste Gele wespenboktor in de Meinweg is gevonden op een uitgebroken kroon van een Zomereik.

Na de natuurbrand in 2020 zijn Gele wespenboktorren gevonden op door brand aangetaste eiken en berken (R. Geraeds)

Na de natuurbrand in 2020 zijn Gele wespenboktorren in grote aantallen gevonden op door brand aangetaste Zomereiken en Ruwe berken.

Levenswijze

De larven van de Gele wespenboktor leven in vers afgestorven, stammen en dikkere takken van zowel staande bomen als op de bodem liggend hout. Ze bevolken voornamelijk zonbeschenen takken en stamdelen en leven in de bast, of oppervlakkig in het spinthout onder de bast. Hier knagen ze lange, tot circa 10 mm brede en bochtige gangen die gevuld zijn met vrij grof, roodbruin frass. De ontwikkeling van de larven duurt één of twee jaar. De verpopping vindt in het voorjaar plaats, waarvoor de larven in dikke bast of oppervlakkig in het spinthout een poppenkamer kagen. 

Eiafzet in amplex door de Gele wespenboktor op een verbrande Zomereik (R. Geraeds)

Na de verpopping blijven de dieren enkele dagen in de poppenkamer zitten. Nadat ze zijn uitgehard vreten ze zich een weg naar buiten. Deze uitvlieggaten hebben een doorsnede van circa zes mm (BÍLÝ & MEHL, 1989; EHNSTRÖM, 2005; EHNSTRÖM & HOLMER, 2007; SUNDKVIST, 2010; KLAUSNITZER et al., 2016b).

Paring Gele wespenboktor op een verbrande Zomereik (R.Geraeds)

De imago’s zijn vooral te vinden op zonbeschenen delen van het broedhout. Vanwege de voorkeur voor zonbeschenen hout houden de imago’s zich waarschijnlijk veel in de boomkronen op, waardoor ze maar weinig worden waargenomen.

Vliegtijd & Methode
De imago’s van de Gele wespenboktor zijn vanaf mei tot in augustus actief. De meeste waarnemingen komen uit juni. De uiterste eigen waarnemingen zijn 20 mei (2018) en 17 augustus (2020).

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobbenverbrand hout

+++


Bloeiende kruiden en struiken

-

Klopscherm


-

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight


Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen

Vrijwel alle waarnemingen van Gele wespenboktorren zijn op zicht gedaan op verbrande stammen en dikke takken van Zomereiken (Quercus robur) en in mindere mate, Ruwe berken (Betula pendula). Op deze plaatsen is ook volop voortplanting waargenomen. Voor de natuurbrand is de soort slechts twee keer in de Meinweg aangetroffen, in 2018 en 2019, in beide gevallen op een omgewaaide Zomereiken. De vele waarnemingen in 2020 tonen aan dat de soort al wijdverspreid in het gebied aanwezig is, terwijl de soort eerder nauwelijks is waargenomen. Net als bij de Grote wespenboktor is de soort nooit gevonden op stapels gezaagd eikenhout, terwijl dit in andere gebieden wel regelmatig is waargenomen (GERAEDS, 2018b). Met behulp van een klopscherm zijn nooit Gele wespenboktorren gevangen. Omdat de soort vooral op stamhout en dikkere stammen te vinden is, zijn inventarisaties met klopschermen weinig geschikt om de soort aan te tonen. Daarnaast verblijven de dieren waarschijnlijk veel in de kronen van bomen, die nauwelijks te inventariseren zijn.


Eiafzet is vooral op Zomereik, maar ook enkele keren op Ruwe berk waargenomen. De eiafzet gebeurd vooral solitair, maar kan ook in amplex met een mannetje plaatsvinden (GERAEDS, 2021a).

Wanneer losse mannetjes een paar in amplex tegenkomt ontstaan er gevechten waarbij de belager, het gepaarde mannetje in de eerste segmenten van de sprieten bijt en van het vrouwtje probeert los te trekken (GERAEDS, 2018b; 2021a). In de Meinweg zijn Gele wespenboktorren regelmatig samen aangetroffen met de Grote wespenboktor, Kleine wespenboktor en Eikenwespenboktor.

Onderlinge gevechten van mannetjes van de Gele wespenboktor (R. Geraeds)

Bij onderlinge gevechten van mannetjes van de Gele wespenboktor bijt het aanvallende mannetje, het gepaarde mannetje in de eerste leden van de sprieten en probeert het op die manier van het vrouwtje los te trekken.