Grote wespenboktor Plagionotus arcuatus (Linnaeus, 1758)

? (UK), Eichen-Rindenwidderbock (DE)


Status in NL

Voor 1980: Algemeen, vanaf 1980: Minder algemeen (TEUNISSEN (2009)

Waarneming.nl: Vrij algemeen (april 2024)

Tekst: E. van Asseldonk

Herkenning

De Grote wespenboktor is een middelgrote boktor (8-20 mm) zonder zijdoorn op het borststuk. De dekschilden zijn zwart met golvende banden en vlekken van gele beharing. Op het zwarte borststuk bevind zich een gele band aan de voorzijde. Midden op het borststuk loopt een gele band die meestal onderbroken is. Op de kop bevind zich gele beharing rond de sprieten en in een band daarachter. De poten zijn overwegend oranje, maar de dijen kunnen ook donker gekleurd zijn. De sprieten zijn geheel egaal oranje. De vrouwtjes hebben over het algemeen een forser postuur en hebben naar verhouding kortere sprieten dan de mannetjes.

   Grote wespenboktor - Plagionotus arcuatus, man (R. Geraeds)
Grote wespenboktor - Plagionotus arcuatus, vrouw (R. Geraeds)

Gelijkende soorten

Grote wespenboktorren zijn globaal gezien te verwarren met de andere soorten wespenboktorren met een overwegend geel-zwarte tekening: de Gele wespenboktor (Plagionotus detritus), Kleine wespenboktor (Clytus arietis), Eikenwespenboktor (Xylotrechus antilope) en Dwarsvlek-wespenboktor (Xylotrechus arvicola). De Grote wespenboktor is van de laatste drie soorten te onderscheiden, door de gele middenband op het borststuk. De Gele wespenboktor heeft ook een gele middenband op het borststuk, maar deze is in tegenstelling tot bij de Grote wespenboktor niet onderbroken.


Herkenning Grote en Gele wespenboktor op basis van borststuk. (R. Geraeds)

De Grote wespenboktor (links) heeft een onderbroken middenband op het borststuk, in tegenstelling tot de Gele wespenboktor (rechts).

Habitat, waard- en voedselplanten

De Grote wespenboktor is een soort van open, oude eikenbossen. De broedbomen bestaan vooral uit eiken (Quercus sp.). De ontwikkeling van de larven is ook bekend van Tamme kastanje (Castanea sativa), Haagbeuk (Carpinus betulus), Beuk (Fagus sylvatica), Zoete kers (Prunus padus), Gewone robinia (Robinia pseudoacacia), linden (Tilia sp.) en wilgen (Salix sp.) (KLAUSNITZER et al., 2016b). Of de imago’s nog voedsel tot zich nemen is niet bekend.

De meeste waarnemingen van de Grote wespenboktor in de Meinweg zijn afkomstig van omgezaagde of omgewaaide eiken (R. Geraeds)

De meeste waarnemingen van de Grote wespenboktor in de Meinweg zijn afkomstig van omgezaagde of omgewaaide Zomereiken.

Grote wespenboktorren zijn incidenteel met behulp van het klopscherm gevangen op oudere, minder vitale eiken (R. Geraeds)

Grote wespenboktorren zijn incidenteel met behulp van het klopscherm gevangen op oudere, minder vitale Zomereiken.

Levenswijze

De larven van de Grote wespenboktor ontwikkelen zich minder vitale, afstervende of recent afgestorven stammen, dikke takken en stobben die zon geëxponeerd zijn. De larven leven eerst in de schors waar ze lange, bochtige gangen vreten die gevuld zijn met fijn frass. De larven verpoppen in het voorjaar. Hiervoor wordt een poppenkamer aangelegd in een hoek van 90° op de vraatgang, die in het hout kan doordringen.

Dubbelklik hier om uw eigen tekst toe te voegen.

Als de schors dik genoeg is kan de verpopping ook hierin plaatsvinden. De ontwikkeling van de larven duurt in de regel twee jaar (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).


De imago’s zijn vooral te vinden op zonbeschenen delen van het broedhout. Hier vallen ze op doordat ze druk hen en weer lopen.

Vliegtijd & Methode
Grote wespenboktorren verschijnen in de relen vanaf april en zijn tot in juli te vinden. De meeste waarnemingen komen uit mei. De eigen uiterste waarnemingen stammen van 22 april (2019) en 15 juli (2016).

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

+++


Bloeiende kruiden en struiken

-

Klopscherm


+

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight


Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen

Vrijwel alle waarnemingen van Grote wespenboktorren zijn op zicht gedaan op potentieel broedhout van de soort. Dit bestond uit dikker snoeihout en uit omgewaaide Zomereiken. Opvallend genoeg zijn er in de Meinweg nooit Grote wespenboktorren waargenomen op stapels gezaagd eikenhout, iets wat bijvoorbeeld in het Annendaalsbos wel volop is waargenomen (GERAEDS, 2021b). In 2020 zijn na de natuurbrand enkele Grote wespenboktorren op verbrande stammen en takken van Zomereiken gevonden. Met behulp van het klopscherm is slechts één keer een Grote wespenboktor in de Meinweg gevangen. Dit dier werd geklopt uit een vrijstaande Zomereik.

 

In de Meinweg zijn Grote wespenboktorren regelmatig samen aangetroffen met de Gele wespenboktor, Kleine wespenboktor en Eikenwespenboktor.

   Amplex van de Grote wespenboktor op gezaagd eikenhout (R.Geraeds)