Gewone smalboktor - Stictoleptura rubra

(Linnaeus, 1758)

Red longhorn beetle (UK), Roter Halsbock (DE)


Status in NL
Voor 1980: Algemeen, vanaf 1980: Zeer algemeen (TEUNISSEN, 2009)
Waarneming.nl: Algemeen (januari 2022)

Tekst: R. Geraeds 2022/01-vs1

Herkenning
De Gewone smalboktor is een middelgrote tot grote (10 tot 20 mm) boktor. De kop en de sprieten zijn zwart. De poten zijn tweekleurig, oranjebruin met zwarte dijen. Het borststuk is klokvormig, zonder zijdoorn en met een ingesnoerde achterrand die eindigt in een stompe punt. De mannetjes hebben een zwart borststuk en geheel oranjebruine dekschilden. Bij de vrouwtjes zijn de dekschilden en het borststuk geheel rood. De dekschilden en het borststuk zijn bezet met kleine putjes en een aanliggende lichte beharing. Naast aan de kleurverschillen zijn de vrouwtjes ook te herkennen aan het forsere postuur en de naar verhouding korte sprieten.

Gewone smalboktor - Stictoleptura rubra - man (R. Geraeds)
 Gewone smalboktor - Stictoleptura rubra - vrouw (R. Geraeds)

De mannetjes van de Gewone smalboktor hebben een zwart borststuk (1) en oranje dekschilden, de vouwtjes hebben een rood borststuk (2) en rode dekschilden.

Onderscheid sexen Gewone smalboktor op basis van borststuk (R. Gereads)

Gelijkende soorten
Gewone smalboktorren kunnen verward worden met diverse andere soorten smalboktorren met een vergelijkbaar kleurpatroon. De vrouwtjes verschillen van al deze soorten door het rode borststuk. De mannetjes kunnen gemakkelijk verward worden met de Zwarttip-smalboktor (Paracorymbia fulva) die een vergelijkbaar postuur en grootte heeft. De uiteinden van de dekschilden van deze soort zijn echter zwart. De Gewone smalboktor verschilt verder van deze soort door de tweekleurige poten. De Bloedrode smalboktor (Corymbia sanguinolenta), Tweekleurige smalboktor (Stenurella melanura), Ruitvlek-smalboktor (Stenurella bifasciata) en Stictoleptura cordigera hebben ook geheel zwarte poten waardoor ze gemakkelijk van de Gewone smalboktor te onderscheiden zijn.
De Ingekeepte smalboktor (Pseudovadonia livida) en Geelpoot-smalboktor (Alosterna tabacicolor) zijn altijd beduidend kleiner, waardoor verwarring niet voor de hand ligt. De Geelpoot-smalboktor heeft daarnaast geheel lichte poten, terwijl die van de Ingekeepte smalboktor juist donkerder zijn.

De Eiken-bloesemboktor (Cortodera humeralis) heeft tweekleurige dijen, roodbruin met zwart, terwijl die bij de Gewone smalboktor geheel zwart zijn. De Dennensmalboktor (Acmaeops marginatus) tenslotte heeft nooit geheel zwarte sprieten zoals de Gewone smalboktor.

Daarnaast dient te worden opgemerkt dat de Dennensmalboktor zeer zeldzaam is en er waarschijnlijk geen populaties meer in Nederland aanwezig zijn. De soort is voor zover bekend in 1983 voor het laatst waargenomen, en in aangrenzend België en Duistland is de soort zeer zeldzaam geworden (TEUNISSEN, 2009).

Onderscheid mannetje Gewone smalboktor, Bloedrode en Zwarttip-smalboktor (R. Geraeds)

Mannetjes van de Gewone smalboktor hebben geheel oranje dekschilden en tweekleurige poten (1), in tegenstelling tot de Zwarttip-smalboktor (en de mannetjes van de Bloedrode smalboktor) die oranje dekschilden met zwarte uiteinden (2) en geheel zwarte poten (3) heeft.

Habitat, waard- en voedselplanten
De Gewone smalboktor is een soort van open naaldbossen en bosranden. Ze zijn vrijwel uitsluitend van naaldbomen afhankelijk. De waardbomen bestaan vooral uit sparren (Picea sp.) en dennen (Pinus sp.) en in minder mate uit zilverspar (Abies sp.), lork (Larix sp. ) en Douglasspar (Pseudotsuga menziesii). In uitzonderlijke gevallen worden ook berk (Betula sp.) Beuk (Fagus sylvatica) en eik (Quercus sp.) als waardboom gebruikt.

De imago’s eten stuifmeel en/of nectar van verschillende soorten schermbloemigen (Apiaceae), Duizendblad (Achillea millefolium), kruisdistel (Eryngium sp.), Kruidvlier (Sambucus ebulus) en braam (Rubus sp.) (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b; VITALI, 2018).

Gewone smalboktorren komen algemeen voor in open naaldbossen. (R. Geraeds)
Eileggende Gewone smalboktorren zijn regelmatig op stobben van Grove den gevonden. (R. Geraeds)

Levenswijze
De larven van de Gewone smalboktor leven vooral in vermolmde op de grond liggende stammen en takken, in boomstobben en wortels. Ze knagen lange gangen in het vochtige spinthout, waarin ze ook verpoppen. De verpopping vindt in het late voorjaar of de vroege zomer plaats op een diepte van circa twee cm in het hout. De totale ontwikkeling van de larven duurt twee (VITALI, 2018), drie (KLAUSNITZER et al., 2016b) of meer jaar (TEUNISSEN, 2009).

De kevers zijn overdag actief en verblijven vooral op het broedhout. Ook zijn ze regelmatig op bloeiende kruiden en struiken te vinden (KLAUSNITZER et al., 2016b; VITALI, 2018).


Gewone smalboktor - Stictoleptura rubra - copula (R. Geraeds)

Vliegtijd & Methode
Imago’s van de Gewone smalboktor kunnen vanaf april tot in oktober worden waargenomen. Waarnemingen buiten deze periode betreft waarschijnlijk overwinterende dieren of exemplaren die binnenshuis zijn uitgeslopen uit kachelhout. Het meest wordt de soort in juli en augustus waargenomen. De uiterste eigen waarnemingen komen van 13 juni (2018) en 20 augustus (2017).

J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

++


Bloeiende kruiden en struiken

++

Klopscherm


-

Sleepnet


+

Licht

ML/HPL

-


Blacklight

-

Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen
De meeste waarnemingen zijn afkomstig van stapels gezaagd naaldhout en van stobben op kapvlaktes, in beide gevallen voornamelijk van Grove den (Pinus sylvestris) en Fijnspar (Picea abies). Veel van deze waarnemingen betreft solitair eiafzettende vrouwtjes. Eitjes werden vooral in schorsspleten gelegd. Er is echter ook waargenomen dat de eitjes op de zaagsnede van stammen en dikke takken werden afgezet. Op warme zomerdagen (vooral in de namiddag en avond) zijn ook veel vliegende dieren waargenomen, vooral rond houtstapels en kapvlaktes, maar ook in open bossen (GERAEDS 2021b).

In vergelijking met bijvoorbeeld de Zwarttip-smalboktor, Tweekleurige smalboktor Geringelde smalboktor (Rutpela maculata) zijn Gewone smalboktorren veel minder frequent op bloemen gevonden. Mogelijk is dit het gevolg van dat er doorgaans in naaldbossen minder bloeiende kruiden en struiken voorhanden zijn. De soort is vooral op braam, Duizendblad en Gewone berenklauw (Heracleum sphondylium) gevonden. Daarnaast zijn foeragerende dieren ook herhaaldelijk op Peen (Daucus carota) en Grote watereppe (Sium latifolium) waargenomen. KLAUSNITZER et al. (2016b) melden dat vooral de mannetjes bloemen bezoeken.


Dit beeld komt ook uit de eigen gegevens naar voren, zei hat dat er geen groot verschil is. Circa 39% van de mannetjes is op bloemen gevonden, tegenover zo’n 30% van de vrouwtjes.
Na de natuurbrand in de Meinweg in 2020 zijn diverse Gewone smalboktorren gevonden op de door de brand aangetaste Grove dennen.


Na de brand in de Meinweg zijn Gewone smalboktorren regelmatig op verbrande Grove dennen gevonden. (R. Geraeds)