Tweekleurige smalboktor - Stenurella melanura (Linnaeus, 1758)

Black-stripped longhorn beetle (UK), Schwarznahtiger Halsbock (DE)


Status in NL

Voor 1980: Algemeen, vanaf 1980: Algemeen (TEUNISSEN, 2009)

Waarneming.nl: Vrij algemeen (december 2021)


.Tekst & foto's: R. Geraeds 2022/01-vs1

Herkenning

De Tweekleurige smalboktor is een kleine (6 tot 10 mm) boktor zonder zijdoorn op het borststuk. Het borststuk is klokvormig en eindigt in een spitse punt. De kop en het borststuk zijn zwart, evenals de poten en sprieten. De dekschilden van de mannetjes zijn oranjebruin met een dunne donkere rand langs de naad tussen de dekschilden. De uiteinden van de dekschilden zijn donkerder. De vrouwtjes hebben roodbruine dekschilden met een brede zwarte rand langs de rand tussen de dekschilden en zwarte uiteinden. Het borststuk en de dekschilden zijn bezet met kleine putjes en een lichte aanliggende beharing.

Tweekleurige smalboktor - Stenurella melanura - man (R. Geraeds)
Tweekleurige smalboktor - Stenurella melanura - vrouw (R. Geraeds)

Gelijkende soorten

Tweekleurige smalboktorren kunnen verward worden met diverse andere soorten boktorren met een vergelijkbaar kleurpatroon. De soort lijkt sterk op de Ruitvlek-smalboktor (Stenurella bifasciata). De vrouwtjes van de Ruitvlek-smalboktor zijn gemakkelijk herkenbaar aan de zwarte ruitvormige verbreding van de zwarte randen langs de naad van de dekschilden. De mannetjes zijn het beste van elkaar te onderscheiden aan de kleur van het achterlijf, dat bij de Ruitvlek-smalboktor (ook bij de vrouwtjes) rood is en bij de Tweekleurige smalboktor zwart. Verwarring met de Ruitvlek-smalboktor ligt in Nederland niet voor de hand aangezien deze soort voor het laatst in 1993 is waargenomen (TEUNISSEN, 2009).

De soort verschilt verder van de Ingekeepte smalboktorren (Pseudovadonia livida), Eiken-bloesemboktor (Cortodera humeralis), Geelpoot-smalboktor (Alosterna tabacicolor), Gewone smalboktor (Stictoleptura rubra) en Dennensmalboktor (Acmaeops marginatus) door de geheel zwarte poten. De Zwarttip-smalboktor (Paracorymbia fulva), Bloedrode smalboktor (Corymbia sanguinolenta) en Stictoleptura cordigera hebben eveneens geheel zwarte poten, maar bij al deze soorten is de achterkant van het borststuk ingesnoerd, in tegenstelling tot bij de Tweekleurige smalboktor.

Herkenningspunten geslachten Tweekleurige smalboktor (R. Geraeds)

De Tweekleurige smalboktor ((♀ boven, ♂ onder) heeft een klokvormig borststuk dat eindigt in een spitse punt (1). Het borststuk en de dekschilden zijn bezet met kleine putjes (2) en een lichte beharing. De dekschilden zijn langs de naad zwart (3) en een hebben een zwart uiteinde (4). Bij de vrouwtjes is de zwarte rand langs de naad veel breder dan bij de mannetjes.

Onderscheid Tweekleurige en Ruitvlek-smalboktor op bais van achterlijf (R. Geraeds)

De Tweekleurige smalboktor (1) heeft een zwart achterlijf, in tegenstelling tot de Ruitvlek-smalboktor die een rood achterlijf heeft (2).

Habitat, waard- en voedselplanten

De Tweekleurige smalboktor is een soort van open loof- en gemengd bos, bosranden, houtsingels, struweelhagen en dergelijke. De ontwikkeling vindt vooral in loofhout plaats, maar kan zich ook in naaldhout voltrekken. Waardbomen bestaan onder andere uit Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), Hazelaar (Corylus avellana), meidoorn (Crataegus sp.), Brem (Cytisus scoparius), Beuk (Fagus sylvatica), eik (Quercus sp.), wilg (Salix sp.), vlier (Sambucus sp.). Ook is de ontwikkeling bekend uit zilverspar (Abies sp.), Jeneverbes (Juniperus communis), spar (Picea sp.), den (Pinus sp.) en Douglasspar (Pseudotsuga menziesii) (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).

De imago’s zijn overdag actief en eten zowel nectar als stuifmeel. Ze zijn daarom veelvuldig op bloemen van kruiden en struiken te vinden. Vooral worden bloemen van schermbloemigen (Apiaceae), Duizendblad (Achillea millefolium), Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) en braam (Rubus sp.) bezocht (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b.

Tweekleurige smalboktorren worden veel op braambloemen gevonden. (R. Geraeds)
Bloemrijke berm langs houtsingels en bos zijn aantrekkelijke foerageergebieden voor de Tweekleurige smalboktor. (R. Gereads)

Levenswijze

De larven van de Tweekleurige smalboktor ontwikkelen zich in dunne, sterk vermolmde stobben en takken die op de grond liggend. De larven leven voornamelijk in het spinthout. De verpopping vind in het voorjaar of de vroege zomer plaats, in de buitenste lagen van het spinthout. De totale ontwikkeling van de larven duurt twee jaar.

De imago’s eten stuifmeel en nectar en verblijven daarom veel op bloemen van kruiden en struiken (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).

Vliegtijd & Methode

Tweekleurige smalboktorren zijn vanaf mei tot september actief. De meeste waarnemingen komen uit juni. De uiterste eigen waarnemingen stammen van 10 mei (2012) en 12 juni (2015).


J

F

M

A

M

J

 J

A

S

O

N

D













Zicht

Hout/stobben

-


Bloeiende kruiden en struiken

+++

Klopscherm


++

Sleepnet


-

Licht

ML/HPL

-


Blacklight

-

Lokstoffen

Feromonen

-

Overig






Lokale ervaringen

Tweekleurige smalboktorren zijn gemakkelijk te inventariseren door het afzoeken van bloeiende kruiden en struiken. De meerderheid van de waarnemingen is afkomstig braambloesem. Op andere bloeiende struiken is de soort slechts incidenteel gevonden. Dit betreft onder andere Sporkehout (Frangula alnus) en Rode kornoelje (Cornus sanguinea). Van de bloeiende kruiden zijn Tweekleurige smalboktorren vooral veelvuldig op Duizendblad (Achillea millefolium) en Dolle kervel (Chaerophyllum temulum) gevonden. Daarnaast worden vaak verschillende andere soorten schermbloemen bezocht, evenals Margriet (Leucanthemum vulgare), Akkerdistel (Circium arvense), Echte kamille (Matricaria chamomilla), Reukeloze kamille (Tripleurospermum maritimum), Zomerfijnstraal (Erigeron annuus) en Wilde bertram (Achillea ptarmica). Op de bloemen vinden regelmatig paringen plaats. Vaak blijven de mannetjes na de paring in amplex op het vrouwtje zitten, waarschijnlijk om paringen met andere mannetjes te voorkomen.

Met behulp van het klopscherm is de soort slechts incidenteel uit bloeiende struiken geklopt en op stapels gezaagd (kachel)hout is de soort nooit waargenomen (GERAEDS, 2021b).

Tweekleurige smalboktor - Stenurella melanura - copula (R. Geraeds)
   Tweekleurige smalboktor - Stenurella melanura - amplex (R. Geraeds)